Onrechtmatige daad, aansprakelijkheid en schadevergoeding
50. Uitlokken van, meewerken aan, profiteren van de wanprestatie van een ander
51. De aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten (art. 6:171)
52. De aansprakelijkheid voor bijzondere opstallen (wegen, leidingen e.d.) (art. 6:174)
53. Schuld en toerekening (art. 6:162 lid 3)
54. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden
55. Toerekening bij gevaarzetting: de verhouding tussen 6:162 lid 2 en lid 3
56. Toerekening van risico’s naar verkeersopvatting
57. Aansprakelijkheid van instituties
58. Aansprakelijkheid van de overheid op grond van de onrechtmatige daad
59. Aansprakelijkheid van de overheid op grond van de rechtmatige daad
60. Aansprakelijkheid van politie en justitie
61. Aansprakelijkheid voor activiteiten in het algemeen belang.
62. Aansprakelijkheid van financiële toezichthouders
63. Aansprakelijkheid voor keurmerken
64. Werkgeversaansprakelijkheid (art. 7:658)
65. Aansprakelijkheid van de werkgever voor psychisch letsel van de werknemer
66. De wijze van toepassing van proportionele aansprakelijkheid
67. Aansprakelijkheid van ouders voor gedragingen van kinderen vanuit een preventief oogpunt
68. Aansprakelijkheid voor milieuschade
69. Afwikkeling van massaschade
70. Beperking van hoofdelijkheid bij aansprakelijkheid
71. Bewuste roekeloosheid als criterium
72. De betekenis van gebruikelijk gedrag voor aansprakelijkheid
73. Zaakschade, bepaling omvang
74. Schadevergoeding wegens schending van eer en goede naam
75. Art. 6:107, strekking en grenzen
76. Collectieve acties tot verkrijging van schadevergoeding
77. Grondslag voor abstracte schadevergoeding
78. Punitive damages in Nederland?
79. Schadevergoeding wegens gederfd genot.
80. ‘Strict liability’ in rechtsvergelijkend perspectief
81. Strooischade
82. Toerekening en grondslag van aansprakelijkheid in rechtsvergelijkend perspectief.
Ga terug naar de vorige pagina | Lees verder op de volgende pagina