Over het voorspellen van misdaden – hoe lang is de “precog” nog fictie?

Studeren en plezier gaan prima samen, zeker wanneer een film het perfecte uitgangspunt vormt voor een uitermate interessante juridische discussie. De film waar ik specifiek op doel is Minority Report, een aanrader voor een spannende, maar vooral ook inspirerende avond.

Geschreven door Dr. Colette Cuijpers, Universitair Hoofddocent bij TILT

Het plot in deze film speelt zich af in het jaar 2054, waarin zogenaamde “precogs” een moord kunnen voorspellen voordat deze daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Vanuit een oogpunt van misdaadbestrijding uiteraard een zeer welkom instrument, want voorkomen is beter dan genezen (hetgeen bij een moord meestal lastig is…). De film Minority Report ging in première in 2002 en vele dingen die in die tijd nog science fiction waren – in ieder geval voor de normale burger – zijn vandaag de dag al redelijk ingeburgerd. Denk bijvoorbeeld aan enorme touch screens en advertenties die worden vertoond op basis van jouw persoonlijke voorkeuren. Dit fenomeen, dat fictie verandert in werkelijkheid, wordt ook bevestigd wanneer je kijkt naar oude afleveringen van Star Trek of James Bond films. Wat we hiervan kunnen leren, is dat het geen zinloze exercitie is om tijdig na te denken over wat de implicaties zijn wanneer fictie realiteit wordt.

Hoe lang blijft het voorspellen van misdaden nog fictie?
Het meest centrale stukje fictie in de film Minority Report zijn zogenaamde “precogs”. Kort samengevat drie genetisch gemodificeerde mediums die met elkaar verbonden door elektroden in een grote bak met vloeistof voorspellingen doen over nog te gebeuren misdaden. Als ik na deze omschrijving de vraag stel: “Zullen “precogs” verworden tot realiteit?” Zal het antwoord waarschijnlijk zijn dat dit net zo ondenkbaar is als dat we ooit reizen via een “transporter” met de simpele opdracht “Beam me up, Scotty”. Als ik de vraag echter herformuleer naar: “In hoeverre is voorspellende analyse nog fictie?” Dan zal het antwoord wellicht anders moeten luiden. Zeker als we kijken naar de buzzwoorden in onze huidige maatschappij zoals Social Media, Internet of Things en Big Data. Hoewel geen eensluidende definitie van Big Data te geven is, wordt alom erkend dat het gekenmerkt wordt door de drie V’s: Velocity (snelheid van data), Volume (hoeveelheid data), en Variety (variëteit aan typen en bronnen van data).

Big Data is gericht op het vinden van correlaties en voorspellingen in data, welke met het menselijke oog en brein niet te ontdekken zijn, maar wel met behulp van zeer geavanceerde computer algoritmen. Ik heb het woord voorspellingen extra nadruk gegeven, want hier ligt natuurlijk de link met de precog. Het gaat bij Big Data niet alleen om het ontdekken van zaken die al gebeurd zijn, maar juist met name om het doen van voorspellingen over toekomstige gebeurtenissen. Hierbij wordt onderscheiden in voorspellingen over voorkeuren, over gevolgen van bepaald gedrag en voorspellingen op basis waarvan expliciet de toekomstige handelingsopties van een individu worden beïnvloed, ook wel  “preemptive predictions” genoemd. Dit type voorspellingen komt verdacht dicht in de buurt bij de functie van de fictieve precogs. Natuurlijk leidt het geen twijfel dat het kunnen voorspellen van toekomstige gebeurtenissen fantastische voordelen kan hebben. Denk alleen maar aan de momenteel zo voelbare dreiging van terroristische aanslagen, maar bijvoorbeeld ook aan epidemieën als Ebola en natuurrampen.

Juridische problemen bij het voorspellen van misdaden
Echter, als we teruggaan naar het voorbeeld van de film Minority Report roepen dit soort voorspellingen vanuit een juridisch kader ook zeer relevante vragen op, aangezien er een strijdigheid lijkt te bestaan met enkele principiële beginselen van onze democratische rechtsstaat. Zijn we tenslotte niet allemaal verdachten als data analyses op alles en iedereen uitgevoerd worden ten behoeve van voorspellingen van gedragingen waarvan we zelf nog niet eens weten dat we ze gaan begaan? “Ik heb niets te verbergen” wordt dan ineens een lastig credo. En hoezo onschuldig tot schuld bewezen is als het systeem deze schuld op basis van correlaties en voorspellingen al heeft aangetoond? Waar ligt de bewijslast? Of belanden we dan echt in de sketch van Little Britain waarin het antwoord van de computer – “Computer says no!” – als het enige ware antwoord wordt aangenomen?

Naast deze vragen die met name relateren aan het strafrechtelijk domein, zijn uiteraard ook vanuit vele andere juridische perspectieven vraagtekens te plaatsen bij Big Data. Meest voor de hand liggend is het vraagstuk van privacy en gegevensbescherming. Hier staan doelspecificatie en doelbinding centraal als randvoorwaarden bij een legitieme verwerking van persoonsgegevens. Een uitgangspunt dat maar moeilijk te rijmen valt met de uitgangspunten van Big Data, waarbij men vaak nog niet precies weet waarnaar men op zoek is en dus juist zoveel mogelijk data wil analyseren. Een ander interessant domein zijn eigendomsrechten op data en de (on)mogelijkheid om hier in de uitdijende informatiemaatschappij op verantwoorde wijze mee om te gaan.

Interesse in Recht en Technologie?
Hopelijk heeft dit stukje tekst je een spannende filmavond en een leuke discussie naar aanleiding van de film opgeleverd, maar eigenlijk hoop ik dat het in bredere zin je interesse gewekt heeft voor het vakgebied Recht en Technologie. Als dat het geval is, neem dan eens een kijkje op de website van TILT – Tilburg Institute for Law, Technology, and Society – en dan in het bijzonder bij de master Law & Technology. Als je dat doet, durf ik te voorspellen dat wij elkaar in de toekomst vaker tegen gaan komen.