De vrees voor de vondelingenkamer

Voor velen is het krijgen van een kind het mooiste dat hen kan overkomen. Een wonderlijk klein leven met alle kansen en mogelijkheden nog in het verschiet. Een voortbrengsel van de liefde tussen twee mensen, een gewenste toevoeging aan de huiselijk kring. Helaas is deze romantische situatieschets niet altijd van toepassing. Onlangs werd voor het eerst in Nederland een kind te vondeling gelegd. Niet voor de deur van een klooster in een mandje, maar bij een speciaal voor dat doel opgezette instelling. Oprichtster Barbara Muller wordt nu wellicht vervolgd voor het opvangen van het pasgeboren kind.

Door Laura Pentenga

Het betreft de in 2014 opgerichte stichting Beschermde Wieg. Hoewel een aanstaande moeder haar ongewenste kind via maatschappelijke instellingen als Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming tijdig voor adoptie kan opgeven, biedt de stichting een alternatief. Op de website van de Beschermde Wieg wordt de radeloze, wanhopige en angstige moeder aangesproken: “Indien je écht geen kant meer op kunt en hebt besloten illegaal afstand te doen van je baby (door het ergens onbeschermd achter te laten of, nog erger, om te brengen), mag je ervoor kiezen je baby in een speciaal kamertje te leggen.

Het mag dus, volgens de stichting. De wetgever denkt daar echter anders over. Artikel 256 Wetboek van Strafrecht (Sr) stelt: Hij die een kind beneden de leeftijd van zeven jaren te vondeling legt of, met het oogmerk om er zich van te ontdoen, verlaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vierde categorie. Het artikel valt onder de titel die verlating van hulpbehoevenden strafbaar stelt. Interessant zijn de strafverhoging- en verlagingsbepalingen in de artikelen 258, 259 en 260 Sr. In deze artikelen wordt de strafmaat van het te vondeling leggen door ouders met een derde verhoogd, maar bij een moeder onder de werking van vrees voor de ontdekking van haar bevalling van haar kind met de helft verminderd. Ten slotte kunnen de plegers uit de ouderlijke macht ontzet worden wanneer zij zich van het kind hebben willen ontdoen.

De stichting Beschermde Wieg raakte onlangs in opspraak nadat voor het eerst een moeder haar kind in het speciaal ingerichte kamertje had achtergelaten. Door een vrijwilliger is het kind meegenomen en naar het Groningse Martini Ziekenhuis gebracht ter controle. “We zijn tevreden met dit resultaat. Zowel de moeder als de baby is veilig.”[1]

Wat is het doel en belang van de vondelingenkamers, zeker nu hun core business tegen het strafbaar handelen aanligt? Heeft de wetgever niet besloten dat het te vondeling leggen wegens moraliteit, goede zeden en het belang van het kind afkeurenswaardig en verwerpelijk is? Abject en infaam, om die termen maar weer eens te gebruiken? Helaas kan wanhoop tot verschrikkelijke daden bewegen. Ik herinner u aan de baby in de Amsterdamse vuilcontainer (oktober 2014), het lijkje in een sporttas in Breda (2015) en het achtergelaten meisje in een Haagse voortuin (2015).

De politie is belast met het opsporen van de ouder(s) en het voorleggen van de zaak aan het Openbaar Ministerie. In het geval van de stichting hangt oprichtster Barbara Muller nu echter ook een veroordeling boven het hoofd. De stichting is een petitie gestart om de vervolging te voorkomen en tevens een wetswijziging te bewerkstelligen. Terwijl Justitie nog bezig is met het onderzoek had het Isala ziekenhuis te Zwolle gisteren als eerste ter wereld de primeur om een vondelingenkamer binnen een medische instelling te openen. Het laatste woord is er nog niet over gezegd.

 

[1] nos.nl/artikel/2105431-pasgeboren-baby-afgestaan-aan-vrijwilligers-vondelingenkamer.html