ECLI:NL:HR:2011:BN8728 (Exitheffing pensioen en goede verdragstrouw)

HR Exitheffing pensioen en goede verdragstrouw, HR 15 april 2011
(ECLI:NL:HR:2011:BN8728)

Door Michiel Hennevelt

Essentie
Wanneer iemand in Nederland pensioen heeft opgebouwd en vervolgens uit Nederland emigreert wordt er geheven over de hier opgebouwde pensioenaanspraken. In deze procedure speelt de vraag of die heffing in strijd is met het belastingverdrag tussen Nederland en België.

Rechtsregel
Het opleggen van een conserverende aanslag voor pensioenaanspraken aan een Nederlander die naar België emigreert is niet in strijd met de goede verdragstrouw. Invordering van die aanslag kan dat wel zijn.

Inhoud arrest
Belanghebbende (hierna: X) was in 2003 in dienstbetrekking bij A. In verband met deze dienstbetrekking heeft hij pensioenaanspraken opgebouwd. Begin 2003 is X geëmigreerd naar België. In het kader van deze emigratie is aan X een zogenaamde conserverende aanslag opgelegd, met als belastbare grondslag de waarde in het economische verkeer van het pensioen. Over deze conserverende aanslag wordt uitstel van betaling verleend. Ook wordt aan X revisierente in rekening gebracht; rente die betaald moet worden in verband met het niet meer voldoen aan de voorwaarden voor vrijgestelde pensioenopbouw, in casu het in Nederland woonachtig zijn.

X stelt dat de conserverende aanslag in strijd is met de goede trouw die Nederland in acht moet nemen in het kader van het belastingverdrag tussen Nederland en België. Op basis van het verdrag mag Nederland volgens X helemaal niet heffen. Hetzelfde zou gelden voor de revisierente. Het Hof geeft X hierin gelijk.

De Hoge Raad oordeelt dat een exitheffing in strijd kan komen met de goede verdragstrouw indien Nederland met die heffing een voordeel belast dat naar zijn werkelijke aard bezien, al dan niet potentieel, op grond van het verdrag aan België toegewezen is. Het verdrag met België bepaalt als hoofdregel dat de woonstaat, in casu België, mag heffen over het pensioen. Er zijn echter uitzonderingen opgenomen. Het is bij emigratie nog niet te beoordelen of deze uitzonderingen van toepassing zullen zijn bij uitkering van het pensioen.

Het bovenstaande brengt met zich mee dat Nederland in een (groot) aantal gevallen bevoegd zal zijn om te heffen over het pensioen bij uitkering. Dit betekent dat het opleggen van een conserverende aanslag bij emigratie niet in strijd is met de goede verdragstrouw. Daarbij speelt mee dat de conserverende aanslag niet meteen tot heffing leidt, omdat X automatisch uitstel krijgt zonder dat daaraan nadere voorwaarden worden gesteld. Ook wordt de conserverende aanslag, in 2003, na tien jaar kwijtgescholden als X geen verboden handelingen verricht (zoals afkopen van het pensioen).

Er bestaat wel strijd met de goede verdragstrouw wanneer Nederland de conserverende aanslag, als gevolg van een verboden handeling, invordert, terwijl het heffingsrecht op basis van het verdrag toegewezen is aan België. Nederland moet dan terugtreden. Daar doet niet aan af dat België bij het sluiten van het verdrag op de hoogte was van de exitheffing.

Het bovenstaande brengt met zich mee dat het Hof de conserverende aanslag en de revisierente onterecht heeft vernietigd. De conserverende aanslag is ook niet in strijd met het recht op vrij verkeer van de Europese Unie.