ECLI:NL:HR:1997:ZD0705 (Zaanse Verhoormethode)

Zaanse Verhoormethode, HR 13-05-1997, NJ 1998, 152
(ECLI:NL:HR:1997:ZD0705) 

Door Austin Ellinor

Essentie
Het arrest Zaanse Verhoormethode gaat logischerwijs over het verhoren van verdachten. In casu komt de vraag aan bod wanneer er sprake is van een onrechtmatige verhoorsituatie. Ook behandelt de Hoge Raad op welke wijze de vastgestelde onrechtmatigheid dient te worden gesanctioneerd. Al met al wordt er gekeken of er sprake is van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM.

Zaanse verhoormethode: Een omstreden manier van ondervragen van verdachten die in Zaandam werd gehanteerd. Methode waarbij een verdachte langdurig en intensief wordt verhoord, met gebruik van een communicatiedeskundige en gebruik fotocollages. Deze verhoormethode kenmerkt zich door het laten herbeleven van de misdaadsituatie. In Zaandam werd voor het eerst gebruik gemaakt van deze verhoormethode.

Rechtsregel
Het gebruik van een fotocollage, waarbij foto’s van de familie van de verdachte rondom een foto van het slachtoffer zijn geplaatst, is in strijd met de eisen van een eerlijk proces maar in casu niet zodanig ernstig dat het OM niet-ontvankelijk zou zijn.

Inhoud arrest
De Zaanse verhoormethode kwam voor het eerst echt in opspraak bij het proces van de verdachte in casu. De 45-jarige verdachte werd verdacht van doodslag. Tegenover de Zaanse politie bekende deze verdachte uiteindelijk dat hij het slachtoffer om het leven had gebracht. De bekentenis volgde op een weekend lang verhoor met foto’s van zijn familie, die tussen beelden van het lijk van het slachtoffer waren opgehangen. Deze indringende confrontatie legde een druk (ontoelaatbare pressie) op de verdachte, met als gevolg dat de verdachte uiteindelijk heeft toegegeven aan de doodslag.

Het Hof stelde dat deze vorm van verhoren in strijd is met de eisen van een eerlijk proces. Dit levert schending van artikel 6 EVRM op. Het OM was echter wel ontvankelijk, omdat er sprake was van een onrechtmatige verhoorsituatie en niet van een onmenselijk verhoor. Het Hof sprak de verdachte door het onrechtmatig verhoren vrij.

De Hoge Raad volgt het Hof in deze redenering. De Hoge Raad stelt dat er een ongeoorloofde vorm van pressie is uitgeoefend op de verdachte. Dit is in strijd met artikel 29 Sv. Bovendien is het in strijd met artikel 6 EVRM (eerlijk proces).

De hoofdregel is dat verklaringen die door zulke verhoormethoden zijn verkregen als onrechtmatig verkregen bewijs moeten worden aangemerkt en dus terzijde gesteld moeten worden.

De Hoge Raad oordeelt echter in casu dat het niet in aanmerking komt voor bewijsuitsluiting, omdat de tijdens het verhoor afgelegde verklaringen toch niet als bewijs werden gebruikt. In dit soort gevallen is het mogelijk om op grond van artikel 359a Sv compensatie door middel van strafverminderingen te krijgen, volgens de Hoge Raad.

Er was evenwel geen sprake van niet-ontvankelijkheid, omdat er geen ‘doelbewuste schending of grove verontachtzaming’ (Zwolsman-criterium) van het recht van verdachte op een eerlijk proces had plaatsgevonden.

De Zaanse verhoormethode is dus deels in strijd met artikel 6 EVRM. Dit is echter niet zo ernstig dat het OM niet-ontvankelijk zou zijn. Wel is het reden genoeg voor de Hoge Raad om het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Zaanse verhoormethode arresten is dat de uitleg van artikel 29 Sv wordt beheerst door een belangenafweging. De vrijheid waarop de verdachte als procespartij recht heeft, wordt afgewogen tegen het belang van de waarheidsvinding.