Een tentamenvrije rechtenstudie moet voor veel studenten als muziek in de oren klinken. Wellicht ook in die van Nienke, die onlangs op Het Rechtenstudentje een column schreef over de rechtenstudie als ‘fast food learning’: tentamens stampen, een zes halen en weer door! Hoewel de Tilburgse fiscale master wel diep ingaat op reflectie en argumentatie, iets wat in Groningen blijkbaar mist, bestaat het probleem dat Nienke signaleert zonder meer. Maar wat is de oplossing?
Door Michiel Hennevelt
Die oplossing moet invulling krijgen door naar het doel van de rechtenstudie te kijken. Hoewel die studie gezien kan worden als een wetenschappelijke opleiding, is de rechtenstudie in feite bij uitstek een beroepsopleiding. Het merendeel van de studenten wordt immers opgeleid om in de praktijk nuttig te zijn voor bedrijven, burgers of de overheid. De rechtswetenschap is, vergeleken met andere maatschappijwetenschappen (en al helemaal vergeleken met de natuurwetenschappen), nou eenmaal niet zo’n vruchtbare bezigheid. Niet het label ‘wetenschap’, maar het feit dat rechtenstudenten vooral in de praktijk terecht komen, waar zij dagelijks bezig zijn met de concrete toepassing van hun kennis, zou als uitgangspunt moeten gelden voor de vormgeving van de rechtenstudie.
Waar het dan mijns inziens fout gaat, en waar ook, als ik haar goed begrijp, de overlap ligt met het probleem dat Nienke ziet, is dat de juridische bachelorstudent van alles een beetje en van niks genoeg weet. De afgestudeerde bachelor kent van aansprakelijkheids- tot strafprocesrecht de hoofdlijnen, maar heeft nog niet de tijd gekregen om écht de diepte in te gaan. In de eerste helft van de studie is dit prima; bijna iedereen moet nog ontdekken wat het best bevalt, maar daarna moeten studenten de kans krijgen om zich echt te onderscheiden op een specifiek rechtsgebied.
Beroepsgerichtheid en differentiatie zijn wat mij betreft dan ook de sleutelwoorden in de zoektocht naar een oplossing voor fast food learning. Laat studenten zich enerzijds verdiepen in de richting die ze interessant vinden, en laat ze anderzijds werken als de professional anno 2016. Adviezen schrijven, kritische essays opstellen, juridische strategieën of beleid bedenken, het komt te weinig terug in de rechtenstudie. Het overgrote deel van de studietijd wordt nu nog opgeslokt door het voorbereiden van tentamens, wat het gevoel geeft dat vier jaar voor een studie rechtsgeleerdheid inderdaad krap is.
Kan er niet meer tijd vrij gemaakt worden voor het schrijven van stukken waarbij studenten veel vrijheid krijgen om, naast de basis, die delen van de stof te onderzoeken die zij interessant vinden? Een tentamen legt iedereen langs dezelfde meetlat, terwijl verschillende studenten hele verschillende ambities en interesses hebben. Het schrijven van een paper, waarin een student evengoed kan laten zien dat hij de stof begrijpt en kan toepassen, biedt mijns inziens veel meer ruimte voor verdieping en verscheidenheid. Bovendien kijken werkgevers al lang niet meer hoofdzakelijk naar het diploma, maar juist vooral naar wat de sollicitant onderscheidt van de rest. Als de studie zelf al kan bijdragen aan de profilering die studenten nu zoeken in stages en bestuursjaren, zullen studenten wellicht ook meer tijd willen besteden aan die studie. Enkel tentamens stampen maakt het er in ieder geval niet interessanter op.