Plaatsvervangende stress

Mijn oudste zoon is inmiddels in groep 6 beland. De afgelopen jaren heeft hij kunnen wennen aan het moeten maken van huiswerk, maar dat was nog redelijk overzichtelijk. Per week één vaste opdracht op één vaste dag en zo af en toe moest er een tafel geoefend worden of moesten er wat woordbetekenissen geleerd worden. Maar groep 6 is anders. Niet alleen krijgen deze bijna-pubers voor bijna elke dag huiswerk mee, ze krijgen ook voor het eerst huiswerkopdrachten die ze over een langere periode moeten uitsmeren: de spreekbeurt en de boekbespreking.

Zelf merkte ik er destijds niet zo veel van, van die uitgesmeerde opdrachten. Voor groep 6 kreeg ik mijn allereerste echte schoolagenda en ik leefde er zo ongeveer in. Wat op zich vreemd was, want ik wist altijd uit m’n hoofd wat er voor welke dag in die agenda stond. Jaren later bezit ik die vaardigheid helaas niet meer, maar het maken van planningen zit diepgeworteld in mijn systeem. Organiseren zit in mijn bloed. Alhoewel dat heus niet wil zeggen dat er nooit eens iets foutgaat. Echt niet. Guilty as charged.

Dat oudste kind van mij lijkt als twee druppels water op me. Het enige verschil – zei ik altijd – is dat hij een jongetje is en ik een meisje ben. Inmiddels heb ik nog een verschil ontdekt. Waar ik de koningin van de planningen ben, is hij de kroonprins van de chaos. Zijn spreekbeurt heeft hij binnen een week in elkaar moeten zetten bijvoorbeeld. Nu is werken met een hijgende deadline in m’n nek mij ook niet vreemd (scriptie, anyone?), maar ik wéét dat die deadline verlekkerd achter me klaarstaat met een strop in z’n klauwen. Zoonlief merkt heel die gillende, springende, wild om zich heen zwaaiende deadline niet op. Alsof er niets aan de hand is speelt hij lekker z’n spelletjes, terwijl de datum voor zijn boekbespreking met rasse schreden nadert. Het boek moet hij overigens ook nog ‘even’ lezen.

Het gevolg is dat ik last heb van plaatsvervangende stress. De vlekken staan inmiddels in m’n nek, maar ik wil ook niet al het werk voor hem doen, want daar leert ‘ie niks van natuurlijk. Misschien is het juist goed, een leermoment, als hij zich een keer flink verslikt in een deadline, maar dat kan ik dan weer niet over mijn hart verkrijgen. Dus probeer ik hem een beetje te porren en hem te laten begrijpen dat een goede planning bijna de helft van het werk is. Dat hij door nu goed te leren plannen de rest van zijn leven makkelijker maakt. Maar ja. Hij is 9. ‘De rest van zijn leven’ is nog veel te abstract en jeetje, wat kan zijn moeder zeuren over planningen zeg. Of ik wel weet hoe belachelijk veel huiswerk je krijgt in groep 6! Daar helpt geen enkele planning voor hoor!

Dus het ‘helpen met plannen’ kwam er eigenlijk op neer dat ik het schema maakte voor de periode tot zijn boekbespreking. Een keurig lijstje met deeltaken, compleet met tips en datum waarop de deeltaak klaar moet zijn. Hij moet alleen wel zélf het boek lezen. Kan ik me tijdens zijn leessessies alvast verheugen op zijn middelbare school. En zijn studie daarna. Want oh boy, zonder de planning skills van zijn moeder wordt me dát een feestje!