Fiscale economie? Opheffen!

Er zijn verschillende redenen om voor een fiscale opleiding te kiezen. Misschien heb je de zeldzame afwijking waardoor je de combinatie van recht, politiek én economie super interessant vindt, waan je je maar al te graag in labyrintische wetsteksten, of wellicht ga je eigenlijk gewoon voor die keiharde baangarantie. Veel universiteiten presenteren twee keuzemogelijkheden: fiscale economie of fiscaal recht, oftewel de foute en de goede keuze.

Door Michiel Hennevelt

De titel geeft het al weg, fiscale economie is duidelijk niet de juiste optie. Toch ben ook ik begonnen als fiscaal econoom, ik heb de opleiding zelfs met veel plezier afgemaakt! Waarom dan toch zo kritisch? Tijdens mijn bachelor fiscale economie ben ik begonnen met rechtsgeleerdheid, op dit moment zit ik volop tussen de wettenbundels en markeerstiften. De keuze om dit erbij te doen was snel gemaakt. Fiscale economie bleek voor mij namelijk niets meer dan een opleiding tot halfbakken belastingjurist, met een snufje economische theorie. Resultaat is een potentiële identiteitscrisis: je bent geen econoom, je bent geen jurist. Maar wat dan wel?

Voor mij werd het in het derde jaar duidelijk dat ik uit deze ‘limbo’ wilde ontsnappen; ik wilde jurist worden! Omdat ik weer in het eerste jaar moest beginnen, kreeg ik de vakken die de fiscaal recht-studenten al gehad hadden. Er ging een wereld voor mij open. Ik kreeg rechten in de breedste zin van het woord en ik kon alles wat ik leerde meteen plaatsen tussen de fiscale kennis die ik al had. Dit in tegenstelling tot de eerstejaars vakken van fiscale economie, want wat zou ik ooit nog met “Marketing 1”, “Macro-economie voor bedrijfseconomie” of “organisatie en strategie” doen? Natuurlijk zijn er raakvlakken met de fiscaliteit, maar feit is dat verreweg het grootste deel van de afgestudeerde studenten nooit meer iets te maken zal hebben met deze gebieden.

Hoe anders is dit met het recht! Het recht is een systeem, het belastingrecht is hier slechts één onderdeel van, dat nooit los gezien kan worden. De band met staats- en bestuursrecht spreekt voor zich, hetzelfde geldt voor internationaal recht, en bij mijn eerste college Europees recht vielen er oneindig veel puzzelstukjes op hun plaats. Maar ook het strafrecht en privaatrecht hebben een aantal belangrijke raakvlakken met de fiscaliteit. Hoe ver mag de overheid gaan als een belastingplichtige zijn schuld niet voldoet? Wanneer wijkt een fiscale structuur te veel af van de civiele werkelijkheid? Vragen die met kennis van louter het belastingrecht niet beantwoord kunnen worden.

Het meer samenhangende vakkenpakket is echter niet de enige reden om fiscaal recht boven de economische variant te verkiezen. Ook je carrièremogelijkheden worden een stuk breder. Voor het grootste deel van de beroepen wordt geen onderscheid gemaakt tussen fiscaal juristen of fiscaal economen. Er zijn echter gebieden die voor de fiscaal econoom ontoegankelijk zijn. Denk aan de rechterlijke macht of de advocatuur, of voor de fanatiekelingen: het notariaat. Voor de fiscaal jurist met enkele aanvullende vakken allemaal binnen handbereik.

Als ik opnieuw mocht kiezen zou ik het wel weten, en was ik meteen met fiscaal recht begonnen. Ik ben blij dat ik de keuze voor rechtsgeleerdheid, een krappe drie jaar later, alsnog gemaakt heb, maar dit kost natuurlijk wel veel extra tijd en studiegeld. Dé oplossing zou dan ook zijn dat universiteiten potentiële kandidaten voor fiscale economie tegen zichzelf beschermen en de opleiding gewoon in zijn geheel afschaffen. Mij zou het geholpen hebben.